C’est le ton…

De Amerikaanse president Barack Obama is voor velen een voorbeeld van een begenadigd spreker. En toegegeven, al of niet met een geweldige speechwriter, Obama sleept je mee. En toch…

…soms kan ik Obama even niet verdragen. Het is de toon.

Afgelopen week sprak de president de Verenigde Naties toe. En luister nog maar eens naar zijn speech.  De boodschap is: IS moet worden vernietigd. Hij laat dat zien met voorbeelden, wat IS allemaal doet. Hij wil zijn verhaal kracht bijzetten en iedere zin eindigt op dezelfde manier: staccato: ‘Degraded and ultimately destroyed.’ ‘(…) in Iraq and Syria.’ ‘(…) weapon of order.’ Ongetwijfeld doet hij dat bewust. Na iedere zin valt een pauze zodat de ernst van de IS-misdaden doorklinkt. Maar ik hoor de staccato toon te vaak bij Obama.

ernstig

Een klant van mij wil vriendelijker overkomen als hij presenteert. Hij vindt zichzelf zo ernstig. ‘Op zich goed, maar het mag wat minder.’ Ook hij eindigt zijn zinnen op eenzelfde staccato manier. Bovendien gaat zijn toon naar beneden. En dan krijg je een saaie opsomming, waarbij ook het gezicht in de frons trekt. Want staccato is kort, snel, ‘houd je aandacht erbij’.

musique

C’est le ton qui fait la musique. Een oud-collega, presentator,  bij de Wereldomroep zei altijd: ‘ Benader je tekst als een muziekstuk.’ Dat geef ik aan mijn klanten door. Muziek is gebaat bij afwisseling: dan weer kort, dan weer lang en uitgerekt, hoog en laag, snel en langzaam. Niets is verkeerd, maar ons oor wil afwisseling, variatie. Dat doet eten. Dus mag mijn klant afwisselen. De zinnen dan weer eens hoog, dan weer laag, dan langgerekt en dan kort eindigen.

En zelfs Obama leert.